Priming” was ooit één van de meest opwindende, nieuwe ideeën in de psychologie. Het uitgangspunt: Je kan gedrag “afdwingen” met prikkels die daar niet direct iets mee te maken hebben.

Onderzoeken naar ‘priming’ (drillen) stellen dat je langzamer gaat lopen als je iets hoort over oude mensen en dat het vasthouden van een kop hete koffie zorgt voor warmere gevoelens over andere mensen. Nog eentje: door een typische wetenschapper te omschrijven presteer je beter met kennis-taken.

De meeste van deze onderzoeken zijn niet te reproduceren. Dat betekent dat andere wetenschappers er niet in slaagden de experimenten te herhalen.

Afgelopen donderdag wees Neuroskeptic (de anonieme gerespecteerde psychologie-criticus achter het blog en de Twitter-account met dezelfde naam) op een nieuwe en interessant artikel dat een zwak en beperkt ‘priming effect’ aantoont onder bepaalde omstandigheden.

De titel luidt: “Herhaalbare effecten van ‘primes’ op menselijk gedrag” – een impliciete poging van de auteurs om zich te onderscheiden van andere, niet-herhaalbare effecten. De studie  komt het met bewijs voor “gedragspriming” binnen een korte tijdspanne.

In een serie experimenten waarbij verschillende methoden zijn gebruikt kregen mensen woorden als "gokken", "weddenschap" en "passen" te zien voordat ze moesten beslissen of ze zouden inzetten op een op Blackjack lijkende kaartspel.

Als de onderzochte mensen een aanmoedigend woord als "gokken" zagen, gingen ze eerder inzetten als de kans 50/50 was of als inzetten een iets slechtere beslissing was dan passen.

Het effect trad zelfs op - al was het zwak - in een experiment waarbij het woord maar 12 miliseconden op het scherm te zien was geweest - te kort voor je bewustzijn om opgemerkt te worden.

Neuroskeptic, vaak een scherp criticus van vaag onderzoek, legt legt uit waarom hij de uitkomsten geloofwaardig vindt:

Heel grof gezegd kunnen we stellen dat als iemand met twee gelijkwaardige opties wordt geconfronteerd zelfs de kleinste en irrelevant lijkende aanmoediging iemand kan sturen om de ene optie boven de andere te kiezen. Anders gezegd: als er geen goede redenen zijn om voor de ene optie te kiezen dan zijn je hersens vatbaar voor een keuze op basis van slechte redenen, ook al is het maar omdat de ene optie 100 milliseconden van tevoren nog werd aangeprezen. Er zijn manieren waarmee iemand deze gedachte kan omzetten in psychologische of neuro-wetenschappelijke termen.